Waar heeft u recht op?
Iedereen heeft wettelijk recht op een bepaald aantal vakantiedagen. Er zijn speciale regels ingesteld om vast te leggen hoeveel tijd u per jaar vrij kunt nemen. Of u nu direct in dienst bent bij uw werkgever, of dat uw werknemer gebruik maakt van een payrollbedrijf (waar overigens nog veel misverstanden over bestaan), u bouwt nog altijd up wettelijke dagen op. Echter verschilt het per situatie op hoeveel dagen u precies recht heeft. In dit blog zetten we alle informatie over vakantiedagen helder voor u op een rij.
Vakantie en vrije dagen opbouwen
Het aantal vrije dagen dat u per jaar op kunt nemen wordt gebaseerd op het aantal uren dat u (gemiddeld) per week werkt. Het aantal vakantiedagen waar u recht op heeft is minimaal vier keer het aantal dagen dat u in de week werk. Werkt u bijvoorbeeld vijf dagen per week, dan heeft u recht op 4 X 5 vakantiedagen per jaar. Dat komt uit op 20 dagen. Dit geldt ook voor het aantal uren dat u gemiddeld per week werkt. Wanneer het dus gaat om tien uur per week, mag u minimaal 4 X 10 uren = 40 uren aan vakantie per jaar opnemen.
Uw bovenwettelijke vakantiedagen
De bovenstaande berekening is gebaseerd op het wettelijk aantal vakantiedagen of -uren dat u op mag nemen. Er zijn werknemers die meer vakantiedagen (moeten) geven. Dat kan afhankelijk zijn van de arbeidsovereenkomst of het CAO. De vakantiedagen die bovenop het wettelijk aantal dagen krijgt, noemen we de bovenwettelijke vakantiedagen. Het aantal dat u op kunt nemen is afhankelijk van de tijd die u gewerkt heeft. In een situatie waarbij u recht heeft op 24 vakantiedagen per jaar bouwt u 2 dagen per maand op. Na 3 maanden mag u dus 6 dagen vakantie opnemen. De meeste werkgevers werken echter met een fictief saldo. Dit betekent dat u vanaf het begin van het jaar uw vakantiedagen voor dat jaar op mag nemen. Gaat u voor het jaar om is uit dienst, en heeft u meer vakantiedagen opgenomen dan u opgebouwd had? Dan wordt dat met u verrekend.